G A L E R I E 4 4
Van 10 april t/m 3 mei exposeert de Delftse kunstenaar Chung-Hsi Han
in Galerie 44, waar hij werken in zwart en wit zal exposeren. De titel van
zijn tentoonstelling luidt dan ook: “Black Source”.

Chung ontdekte pas na zijn studie civiele techniek dat hij van de kunst
zijn beroep wilde maken. In zijn ouderlijk huis was een kunstzinnige
opleiding ondenkbaar, zodat een creatieve opleiding aanvankelijk niet
eens in hem was opgekomen, al was hij op school bijzonder goed in
tekenen en maakte zijn vader graag houtskooltekeningen. Als zoon van
Indonesische ouders die in 1950 naar Nederland emigreerden, trad
Chung na de middelbare school in de voetsporen van zijn vader en koos
de studie die deze ook had gekozen: civiele techniek. Indirect leidde
deze keuze er echter toe dat Chung ontdekte wat hij werkelijk wilde.
Toen hij tussen 1986 en 1991 als civiel ingenieur de opdracht kreeg in
Nepal hangbruggen te bouwen, en daar via geitenpaadjes naar de
verschillende bouwlocaties liep, werd hij zo gegrepen door de
grootsheid en schoonheid van de natuur, de sterrenhemel en de
oorverdovende stilte dat hij besefte dat hij aan deze indrukken alleen via
kunst uitdrukking zou kunnen geven.
Het was voor Chung geen gemakkelijke beslissing zijn carrière als
ingenieur op te geven, maar hij besloot toelatingsexamen te doen voor
de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag en werd
meteen aangenomen. Chung studeerde tussen 1993 en 1997 aan de
KABK en verdiende tegelijkertijd de kost als huiswerkbegeleider bij
Kades Den Haag.
Na zijn afstuderen heeft Chung aanvankelijk vooral geschilderd, want
dit was nieuw en uitdagend voor hem. Hij ging experimenteren met
pigment en olieverf en ontving in 2003 op grond van zijn
pigmentschilderijen een beurs van het Fonds voor Beeldende Kunsten.
Toen Kades failliet ging, moest Chung echter zijn bevoegdheden voor
wiskundedocent halen, waardoor hij veel moest reizen en minder tijd
had om te schilderen. Een oplossing waren de zogenaamde leporello-
boekjes van Moleskin, boekjes in harmonica-vorm die hem in staat
stelden ook tijdens de treinreizen naar Utrecht te tekenen.
Zo ontdekte Chung de eenvoud van potlood, gum en papier. Rond 2008,
tijdens de economische crisis, begon hij ook met houtskool en
Siberisch krijt te werken en tekende landschappen op groot formaat op
glad Simili Japon papier. Sinds kort tekent hij ook met inkt op ruig
Nepalees papier. Doordat dit papier de inkt heel mooi opzuigt, kan hij
aan de achterkant verder werken en de tekening zo completeren. Aan de
Kunstacademie vond men Chung ook meer een tekenaar dan een
schilder en Chung kan zich daar wel in vinden. Hij merkt dat hij als hij
tekent meer in verbinding staat met zijn intuïtie en onderbewuste en dat
is de bron waar vanuit hij werkt. De grootsheid van de natuur is zijn
drijfveer, en daartoe rekent hij ook de onderbewuste natuur in zichzelf.
Inmiddels tekent én schildert Chung weer. Schilderen doet hij het liefst
met olieverf, want hij houdt van de atmosferische en kleurrijke
eigenschappen van deze verf. Het werken met pigment had hij een
poosje losgelaten, maar heeft hij inmiddels weer opgepakt. Hij schildert
in zijn atelier aan de Nieuwe Langendijk in Delft, tekenen doet hij zowel
thuis als in zijn studio. Chung tekent bijna uitsluitend in zwart en wit,
omdat hij daar het meest van houdt en zwart als een troostrijke kleur
ervaart die hem goed doet. In de Oosterse traditie symboliseert zwart
dan ook troost, heeft hij ontdekt.
Chung besluit vrij spontaan of hij gaat tekenen of schilderen. Daardoor
doet hij soms een hele tijd niets met olieverf en tekent hij uitsluitend. Hij
werkt vanuit zijn intuïtie en onderbewuste en thematiseert de actualiteit
niet bewust, maar door de huidige onstabiele situatie in de wereld voelt
hij dat de politiek toch zijn werk binnensijpelt.
Hetty Burgers, april 2025